In de eerste week van februari 2021 was de aarde zo wit als de lucht in Nederland en de lucht zo wit als de aarde. Tuinen, straten, wegen, pleinen, bomen, daken, auto’s, fietsen en harten waren bedekt met een laagje wit. Wit is betoverend. Het wit lijkt net een grote deken die uit de lucht is gevallen, om mensen, bomen en straten te verwarmen in deze kou. Ondanks de coronamaatregelen lokt de sneeuw iedereen naar buiten. Jong en oud, man en vrouw: ze spelen, schaatsen en wandelen.
Gert Jan en Kwibus
Op Twitter lees ik over de dood van de Nederlandse kater Kwibus. Zijn droevige baasje Gert Jan Bakker schreef: “Onze kater ging lekker de sneeuw in, rondjes rennen, kwam binnen en ging dood. Net. Zomaar. Twintig minuten geleden. Hij had een zwak hart, hij vond de sneeuw te leuk. Dag Kwibus.”
De tweet met twee foto’s van Kwibus wekt al snel de sympathie op van duizenden Twitter-volgers. Ik volg de reacties met interesse en verbazing: Veel sterkte toegewenst! Och. Wat verdrietig! Ach nee…! Wat een triest bericht! Ah nee. Wat erg!
De twitteraars hebben verschillende gevoelens over het einde van Kwibus. Iemand anders tweet: “Hij mag in de kattenhemel veel sneeuw met een gouden lepel eten”, “Gelukkig heeft hij de laatste momenten van z’n leven enorm veel lol gehad. Een waardige manier om (vervolgens) te overlijden lijkt me”, “Voor Kwibus is dit wel een mooie manier om te gaan. Iets doen wat je geweldig vindt en gaan. Super waardevolle foto’s nu”, “Gelukkig heeft Kwibus tot het laatst heel erg genoten van het leven”, “Voor hem een mooie dood, maar jeetje, wat een tragische wending op zo’n dag. Sterkte met het gemis”, “Ik ga m’n eigen kat nu extra knuffelen”, “Troost je met de gedachte dat Kwibus nog een geweldige ochtend heeft gehad“.
Flashback: Abla en ik
De tweets over Kwibus herinneren me aan mijn hond van vroeger. Als kind waren mijn hond Abla en ik onafscheidelijk. We speelden en wandelden. Ik vernoemde haar naar de hoofdpersoon in een romantisch liefdesverhaal in de Arabische cultuur. Dit verhaal gaat over de onmogelijke liefde tussen Abla en Anter. Abla was wit en Anter was zwart, dus Abla’s vader accepteerde hun liefde niet.Het racisme stond als een hoge muur tussen hen in. Abla en Anter zijn populaire namen voor honden in Addis al-sharqiya, mijn dorp in Hadramaut (het zuiden van Jemen).
Toen mijn lieve Abla stierf, huilde ik. Het leven voelde zinloos. “Hoe ga ik leven zonder Abla?”, vroeg ik me af. Mijn vrienden en familie leefden met me mee. Het hele dorp rouwde. In mijn dorp was de relatie tussen mensen en dieren geweldig. Honden, katten, duiven, vogels, ezels, geiten en koeien: dieren waren een deel van ons leven. Ze woonden met ons en voelden als familie. De mensen maakten contact en hun relaties waren warm. Bepaalt de relatie tussen mensen en de dieren de echtheid van de relatie tussen mensen?
Filosofie, politiek en oorlog
Volgens Jean-Jacques Rousseau bezitten dieren veel eigenschappen waar wij mensen een voorbeeld aan kunnen nemen: ze zijn vrij, authentiek en spontaan. Dieren zijn niet verpest door culturele conventies, ze zijn vrij en onbezonnen. Rousseau schrijft: “In de natuur zijn dieren nog vrij en spontaan. Dieren doen niet aan piekeren en schamen zich niet. Ze worden niet depressief en geven geen kritiek. Ze lijden ook niet door opgelegde normen en waarden. Op een bepaalde manier zijn dieren ‘vrijer’ dan mensen. Zij hebben wat wij willen bereiken: spontaniteit en authenticiteit. Zij zijn puur.”
Mensen veroorzaken grote problemen in de wereld. Biodiversiteitsverlies, klimaatverandering, politieke polarisatie, oorlogen en vluchtelingen zijn een paar schrijnende voorbeelden.
De Franse filosoof Bruno Latour acht het essentieel dat we moeten luisteren naar de natuur om verandering teweeg te brengen. In zijn boek Het parlement van de dingen schrijft hij: ‘We kunnen problemen aanpakken door de democratie zo inclusief mogelijk te maken, dat ook andere wezens dan mensen een stem krijgen’.
Kater Kwibus en Abla hadden geluk dat er zo om hen gerouwd werd. Wat ik triest vind, is dat veel mensen in slechte omstandigheden leven en sterven. Elke morgen word ik wakker en lees ik over de verdrietige gebeurtenissen in het Midden-Oosten. Mensen die sterven van de honger of door bommen. Anderen overleven, maar verkeren in angst: ze gaan een onbekende toekomst tegemoet.
Vreemde wens voor nieuw jaar
Er is een grote psychologische afstand tussen de dood van Kwibus in Nederland en de wanhopige mensen in landen van oorlog en crises. Net als de grote politieke afstand tussen dictaturen en democratische regimes.
Een tv-presentator vraagt mensen in een populaire wijk in het Egyptische Caïro wat ze wensen voor het nieuwe jaar. Een veertigjarige vrouw zegt: “Ik wens de dag des oordeels”. De journalist gelooft haar antwoord niet en vraagt hij haar verwonderd: “Wat zeg je?” Met een droevige toon herhaalt ze: “Ik wens de dag des oordeels”. De vrouw in die arme buurt voelt wanhoop over het leven. Het verlangen naar een nieuw jaar op aarde heeft geen waarde of betekenis meer. Haar hoop is het einde van de wereld; om naar het hiernamaals te gaan.
De aandacht over het einde van Kwibus belicht misschien aan de ene kant een positieve houding van de fijne relatie tussen mens en dier. Aan de andere kant drukt dat het warme gevoel uit dat de wereld mist tijdens de coronacrisis. Volgens auteur Eva Meijer zou de aarde beter zijn als de mens inziet dat hij niet de baas van de natuur is. In haar boek Vuurduin – Aantekeningen bij een wereld die verdwijnt schrijft ze: “De mens moet zichzelf weer leren zien als deel van het grotere geheel.”
Cartoons: Esther van de Bund
Foto: Gert Jan Bakker